Les 6

Meer woorden, meer taal! 1

1.

chūzūchē

出租车

zelfstandig naamwoord

taxi

Běijīng de chūzūchē zhēn duō!

‘Er zijn echt heel veel taxi’s in Peking.‘

2.

sījī

司机

zelfstandig naamwoord

bestuurder, chauffeur

Wǒ mèimei shì chūzūchē sījī.

‘Mijn zusje is taxichauffeur.‘

3.

kāi chē

开车

werkwoord + zelfstandig naamwoord

autorijden

Nǐ kāi nǐ gēge de chē ya! Tā zhīdào ma?

‘Je rijdt in de auto van je broer! Weet hij dat?‘

4.

dǔ chē

堵车

werkwoord + zelfstandig naamwoord

filevorming, vaststaan (van verkeer)

Běijīng tiān-tiān dǔ chē.

‘In Peking staat het verkeer elke dag vast.‘

5.

chuān

穿

werkwoord

dragen (van kleding)

Wǒ xǐhuān chuān wǒ jiějie de yīfu.

‘Ik vind het leuk om kleren van m’n zus te dragen.‘

6.

jiàn

klassewoord

voor: kleren

Nǐ yào mǎi jǐ jiàn yīfu?

‘Hoeveel kledingstukken wil je kopen?‘

7.

tiáo

klassewoord

voor: van alles, onder andere sommige kleren (zie 8 en 9)

8.

qúnzi

裙子

zelfstandig naamwoord

rok

Nǐ kàn zhèi liǎng tiáo qúnzi, nǎ tiáo hǎokàn?

‘Welk van deze twee rokjes vind jij mooier?‘

9.

kùzi

裤子

zelfstandig naamwoord

broek

Kùzi, wǒ yǒu sān tiáo. Qúnzi, shí tiáo.

‘Broeken, daar heb ik er drie van. En rokjes, tien.‘

10.

T-xù

T-恤

zelfstandig naamwoord

T-shirt

Lǎoshī chuān de T-xù hěn shuài.

‘Het T-shirt dat de leraar draagt staat hem goed.‘

Volgende pagina