Les 10

Woordenlijst

1.

xiē

klassewoord

enige, een paar, enkele

Wǒ mǎi le yì xiē tián de dōngxi. Nǐ hěn xǐhuān, shì ba?

‘Ik heb wat zoetigheid gekocht. Daar houd je toch van?‘

2.

xiàndài

现代

bijvoeglijk naamwoord

modern

Xiàndài niánqīngrén dōu huì shuō Yīngwén.

‘Moderne jonge mensen spreken allemaal Engels.’

3.

huàjiā

画家

zelfstandig naamwoord

schilder

Tā shì huàjiā, yě huà de tèbié hǎo.

‘Hij is schilder, en hij schildert heel goed.‘

4.

huà

zelfstandig naamwoord

schilderij

Hěn duō rén shuō tāmen bù míngbai xiàndài huàr.

‘Veel mensen zeggen dat ze moderne schilderijen niet snappen.‘

  werkwoord

schilderen

Huà huàr zhēn shūfu, wǒ tiān-tiān dōu yào huà.

‘Schilderen is echt prettig, ik moet het echt elke dag doen.‘

5.

yòubian

右边

plaatswoord

rechts, rechterkant

Zuò zài Wáng lǎoshī yòubian de nánháizi shì tā érzi ma?

‘Is die jongen rechts van meester Wáng zijn zoon?‘

6.

zuǒbian

左边

plaatswoord

links, linkerkant

Yīnyuè Xuéyuàn zuǒbian shì Dì Bā Xuéxiào.

‘Links van het Conservatorium staat School no 8.‘

7.

cèsuǒ

厕所

zelfstandig naamwoord

wc

Gēn bú rènshi de rén zài yìqǐ, kéyi shuō “cèsuǒ” ma?

‘Kun je het in gezelschap van vreemden over de “wc” hebben?‘

8.

jìn

werkwoord

binnenkomen, binnengaan

Tā xiān gěi wǒ dǎ diànhuà, ránhòu cái jìn-lai le.

‘Hij belde me eerst, en kwam daarna pas binnen.‘

9.

klassewoord

voor: schilderijen

Hélán huàjiā Lúnbólǎng de nèi fú huàr jiào shénme?

‘Hoe heet dat schilderij van de Nederlandse schilder Rembrandt?‘

10.

zài+ werkwoord

markeert bezigheid

aan het...

Nǐ bà zài zuò shénme? Zài kàn qiú ma?

‘Wat is je vader aan het doen? Is hij voetbal aan het kijken?‘

11.

xīn

zelfstandig naamwoord

hart (als plaats van gevoelens)

Tā rén zài zhèr, xīn zài Hélán.

‘Hij is hier wel, maar in gedachten is hij in Nederland.‘

Tā xīn lǐ xiǎng: “Yǒu rén mǎi zhèi fú huàr ma?”

‘Hij dacht bij zichzelf: “En iemand kóópt dit schilderij?”‘

12.

plaatswoord

in, binnen, te midden van, onder

Tā zài jiā lǐ. Bìng-zhe ne.

‘Hij is thuis. Hij is ziek.‘

Jiǎozi lǐ yǒu shénme? Hěn hǎochī.

‘Wat zit er in de dumplings? Ze zijn heerlijk.‘

Zhèi xiē xuéxiào lǐ méi yǒu yí ge bù hǎo de.

‘Onder deze scholen is er geen enkele die niet goed is.‘

13.

máodùn

矛盾

zelfstandig naamwoord

tegenstelling, conflict

Wǒmen méi yǒu shénme máodùn.

‘We hebben helemaal geen conflict.‘

  bijvoeglijk naamwoord

tegengesteld, strijdig

Zhèi ge rén shuō de huà hěn máodùn. Wǒ bù míngbai.

‘Ze spreekt zichzelf tegen. Ik snap het niet.‘

14.

xiàmian

下面

plaatswoord

onder, onderkant

“Xiǎng” zì de xiàmian shì xīn, nǐ kàn: 想.

‘De onderkant van het karakter xiǎngis een hart, kijk maar: 想.‘

15.

yánsè

颜色

zelfstandig naamwoord

kleur

Nǐmen yǐjīng xué-guo liǎng zhǒng yánsè: báisè hé hēisè.

‘Jullie hebben al twee kleuren geleerd: wit en zwart.‘

16.

shàngmian

上面

plaatswoord

boven, bovenkant

Shàngmian xiě de shì shénme?

‘Wat staat op de bovenkant geschreven?‘

17.

wūzi

屋子

zelfstandig naamwoord

kamer, vertrek

Tāmen jiā de wūzi hěn duō, dànshì yòu zāng yòu xiǎo.

‘Bij hen thuis zijn veel kamers, maar ze zijn klein én vies.‘

18.

dēng

zelfstandig naamwoord

lamp

Rén dōu zǒu le yǐhoù, tūrán méi dēng le.

‘Toen iedereen weg was, was er ineens geen licht meer.‘

19.

dǒng

werkwoord

begrijpen, verstaan

Nǐ shuō de tài kuài, wǒ tīng-bu-dǒng.

‘Je praat te snel, ik versta het niet.‘

20.

děng

werkwoord

wachten

Děng yí xià! Wǒmen děng tā huí-lai, hǎo ma?

‘Wacht even! We wachten tot ze terug is, goed?‘

Volgende pagina