Les 8

Woordenlijst

1.

Yíjiā

宜家

naam

Ikea

Nǐ bú yào gēn tā qù Yíjiā, tā kàn-bu-wán!

‘Ga niet met haar naar Ikea, ze raakt er niet uitgekeken!‘

2.

xià

klassewoord

voor: handelingen, gebeurtenissen

yí xià

‘eventjes’

Zhèi zhǒng yīnyuè, nǐ xǐhuān ma? Tīng yí xià ba.

‘Houd je van dit soort muziek? Luister maar eens.‘

3.

jiājù

家具

zelfstandig naamwoord

meubels

Zhème hǎo de jiājù, zài nǎr mǎi de?

‘Wat een prachtige meubels, waar heb je die gekocht?‘

4.

-guo

aanvulling op werkwoord

ooit, wel eens

Fǎguó wǒ qù-guo, dànshì Měiguó méi qù-guo.

‘In Frankrijk ben ik wel geweest, maar niet in Amerika.‘

5.

klassewoord

keer, maal

Shànghǎi, wǒ qù-guo hěn duō cì. Tèbié dà.

‘In Shànghǎi ben ik heel vaak geweest. Het is enorm groot.‘

6.

werkwoord

trekken, vervoeren

Yīnyuè Xuéyuàn lā tā ne. Tā shì hǎo xuésheng.

‘Het Conservatorium trekt aan hem. Hij is een goede leerling.‘

Shīfu, nín měitiān lā duōshǎo rén ne?

‘Baas, hoeveel mensen vervoert u nou op een dag?‘

7.

de

markeert hoedanigheid en gevolg

Tā chī de tài duō, hē de yě bù shǎo.

‘Hij eet te veel, en hij drinkt ook stevig.’

8.

zhǐ

bijwoord

alleen maar, slechts

Zhǐ yǒu tā māma zhīdào tā huáiyùn le.

‘Alleen haar moeder weet dat ze zwanger is.‘

Wǒ zhǐ xǐhuān Zhōngguó de nánháizi.

‘Ik vind alleen Chinese jongens leuk.‘

9.

mài

werkwoord

verkopen

Tāmen bú mài Zhōngyào, zhǐ mài āsīpǐlín.

‘Chinese medicijnen verkopen ze niet, alleen aspirine.‘

10.

guì

bijvoeglijk naamwoord

duur

Zhèi zhǒng chē wǒ mǎi-bu-liǎo, yǒu yìdiǎnr tài guì.

‘Zo’n auto kan ik niet kopen, die is wat àl te duur.‘

11.

piányi

便宜

bijvoeglijk naamwoord

goedkoop

Zhèiyàng de chē piányi, nǐ mǎi-de-liǎo a.

‘Zo’n auto als deze is goedkoper, die kun je wel betalen.‘

12.

zhèng

werkwoord

geld verdienen

Yǒu rén shuō zài Zhōngguó néng zhèng hěn duō qián.

‘Men zegt dat je in China veel geld kunt verdienen.‘

13.

míngbai

明白

werkwoord

snappen, begrijpen; duidelijk

Bù míngbai de huà, jiù gěi wǒ dǎ diànhuà.

‘Als je het niet begrijpt, bel me dan even.‘

Nǐ méi shuō-míngbai.

‘Je hebt het niet duidelijk gemaakt.‘

14.

niánqīng

年轻

bijvoeglijk naamwoord

jong

Nǐ qù ba, nǐ hái niánqīng ne.

‘Ga jij maar, jij bent nog jong.‘

15.

Míngdài

明代

zelfstandig naamwoord

de Míng-dynastie (1368-1644)

Míngdài shì shénme shíhou dào shénme shíhou?

‘Van wanneer tot wanneer was de Míng-dynastie?‘

16.

dàigōu

代沟

zelfstandig naamwoord

generatiekloof

Méi yǒu dàigōu. Wǒmen dōu shì niánqīngrén ne!

‘Er is geen generatiekloof. We zijn allemaal jong!‘

17.

yǐwéi

以为

werkwoord

veronderstellen, in de waan verkeren

Wǒ tīng tā shuō huà, yǐwéi tā shì Zhōngguórén ne.

‘Toen ik hem hoorde praten dacht ik dat hij Chinees was.‘

Volgende pagina